Sebastiaan Capel – voormalig stadsdeelvoorzitter én trots bewoner van Amsterdam-Zuid – kent ons stadsdeel op zijn duimpje en neemt ons in zijn maandelijkse column mee naar de plekken waar hij enthousiast van wordt.
Er zijn van die plekken die je als Amsterdammer niet kent, maar als je ze eenmaal hebt ontdekt, het gevoel geven dat ze er altijd zijn geweest. Voor mij geldt dat voor de tuinen van het Rijksmuseum – vooral die aan de kant van het Museumplein. Ik weet niet meer wanneer ik er de eerste keer was, maar sindsdien kom ik er graag terug. Met anderen om een drankje uit de kiosk te doen en bij te kletsen, maar ook alleen om even uit te puffen, iets te lezen of om mensen te kijken. Want er is genoeg te doen en te zien, de hele dag door.
Het is een komen en gaan van mensen: toeristen, bewoners, kantoormensen die even pauze houden, kinderen. Alles en iedereen loopt en zit door elkaar heen, precies wat een stad zo mooi en boeiend maakt. Daardoor is er altijd wel wat te zien, te horen of mee te maken en daarom vind ik het zo’n leuke en mooie plek.
Wat ik ook zo mooi vind aan de tuinen zijn de stoelen in de tuinen. Die staan gewoon los, dus je kan ze neerzetten zoals je wilt. Ze komen in verschillende soorten, van een rechte stoel tot een luie versie. Op die manier is er voor ieder wat wils. Wil je even rustig in je eentje een boekje of de krant lezen, dan zet je zo’n luie stoel in een hoekje. Het gezin maakt er een picknickopstelling van. De groep jongeren vormt een cirkel om rond een denkbeeldig kampvuur te zitten. En het verliefde stelletje blijkt aan één stoel genoeg te hebben…
En dan is er ook nog vermaak. In de ene tuin is dat een fontein in de vorm van bedriegertjes: kleine waterspuiters die het soms doen, en dan weer niet. Dat biedt een mooi entertainment voor kinderen, maar ook voor volwassenen, zo blijkt als je een tijdje zit te kijken. De foto van mensen in het midden met de waterstralen om hen heen, zit vast in heel veel fotoboeken over de hele wereld.
In de andere tuin staat een enorm schaakbord, vrijwel altijd goed voor spelers en kijkers. Net als op het Max Euweplein even verderop, maar daar moet het misschien gaan verdwijnen vanwege overlast. Ik vind dat doodzonde, want dit zijn de plekken die ook bij een stad horen. Maar hier is er toezicht door medewerkers van het Rijksmuseum en gaan de hekken ’s avonds dicht. Dus hopelijk blijft dit schaakbord gewoon staan.
En dan te bedenken dat dit theater van de stad pas een jaar of tien bestaat, na de renovatie van het museum. Maar vanaf het moment dat ik ze heb ontdekt, voelen ze alsof ze altijd een onderdeel van de stad en ons mooie stadsdeel zijn geweest!