GOVER MEIT OVER ZIJN NIEUWE ALTER EGO DONNY RONNY

door | mrt 1, 2024

Bij het grote publiek staat hij bekend als Stefano Keizers, toch is dit alter ego van cabaretier en kleinkunstenaar Gover Meit (36) alweer even verleden tijd. Tegenwoordig schittert hij op de bühne onder pseudoniem Donny Ronny. Verwarrend? Een beetje. Al klinkt het allemaal best logisch als de allemansvriend hierover opheldering geeft…

Gover is iemand die graag buiten de gebaande
paden treedt. Hij noemt zichzelf een vreemde eend
in de bijt die maar moeilijk kon aarden in de perfect
uitgetekende lijntjes van de maatschappij. Op het
podium voelt hij zich vrij, en dat laat hij ook zien.
Zijn doel is te leven zonder angsten en schaamte –
in optimale vrijheid. Maar dan wel het liefst in zijn
geliefde Diamantbuurt. De plek waar hij zich al zijn
hele leven thuisvoelt. “Ik zie het echt als het paradijs op
aarde. Dit is een soort dorp waar voor mij altijd de rust
te vinden is.”

Ik ben heel nieuwsgierig naar jouw alter ego’s. Waarom heb je destijds Stefano Keizers in het leven geroepen?
“Daarmee is het mysterie een beetje begonnen. Eigenlijk doe ik het al mijn hele leven; om de zoveel tijd een nieuwe naam verzinnen waaruit dan weer voorstellingen of andere producties rollen. Stefano heb ik in het leven geroepen, omdat ik me had opgegeven voor het Amsterdams Kleinkunst Festival en ik niet wilde dat mijn ouders meteen op de eerste rij zouden zitten bij de eerste auditieronde. Daarnaast vind ik het belangrijk om mijn familie te beschermen voor alles wat ik wil doen. Dus juist toen ik mezelf meer ging openen op het podium en mijn persoonlijke verhaal ging vertellen, waarmee ik mezelf meer in de schijnwerpers ging plaatsen, dacht ik: de mensen om mij heen hebben er niet om gevraagd meegesleurd te worden in al die media-aandacht. Wat dat betreft heeft het vanuit mijn familie altijd veel dankbaarheid opgeleverd dat ik een artiestennaam heb aangenomen en voor het publiek is het vaak heel erg verwarrend en onbegrijpelijk.”

 

 

Gover Meit
Advertentie
Gover Meit

Hoe kom je bij zo’n naam?
“Ik heb toentertijd wel gedacht: hoe kan ik nou een naam verzinnen waarvan mensen zouden kunnen geloven dat ik echt zo heet? Ik kreeg vaak te horen dat ik een beetje een Italiaans uiterlijk heb. Dus ik dacht, als ik nou een Italiaanse voornaam neem en een typisch Amsterdamse achternaam, dan komt dat verhaal een beetje samen. Ik vond het namelijk ook wel mooi om aan de wereld te laten zien dat ik hier vandaan kom. Daarnaast is het echt een hele leuke denkoefening om bij jezelf na te gaan welke andere naam bij je zou passen. Probeer dat maar eens!”

 

Was het altijd al je droom om in het theater te staan?
“Ja, het is een droom die altijd in een zekere zin werkelijkheid is geweest. Ik heb altijd heel veel opgetreden en in shows mijn echte leven en hetgeen ik aan het publiek liet zien een beetje door elkaar gehusseld. Tot een jaar of acht geleden trad ik voornamelijk op in hele kleine groepen en in de rare performancecafés in Amsterdam. Dus voor mij was het altijd al werkelijkheid, maar het is pas sinds een paar jaar dat mijn droom is uitgekomen dat ik dit ook voor het grote publiek mag doen en er daadwerkelijk een carrière mee heb kunnen opbouwen. Het was voor mij altijd heel erg logisch dat ik op het podium stond, maar ik moest andere soorten baantjes erbij doen om het podium te kunnen betalen en nu is het eigenlijk omgedraaid.”

Tijdens een voorstelling die ik een keer van je heb bijge- woond, vertelde je dat je zeven magere en zeven vette jaren hebt doorlopen. De vette jaren waren toen bijna ten einde. Was dat de reden voor een nieuw alter ego?
“Ik geloof er best wel in dat het leven altijd ups en downs heeft, maar dat kun je negatief interpreteren, of positief. Als het ene ding in het leven wat naar beneden gaat, gaat het andere ding weer omhoog. In de afgelopen zeven jaar heb ik onder de artiestennaam Stefano Keizers ontzettend veel geluk gehad in mijn carrière. Dat zette telkens maar voort, terwijl ik daardoor bijna geen tijd meer had om te ontspannen of te kijken waar ik nou zelf gelukkig van word. Ik was mezelf altijd maar aan het geven, continu aan het werk. Dus in die zin zat ik in een up, maar zelf werd ik daar steeds ongelukkiger van. Het is volgens mij een soort Bijbelverhaal dat je zeven magere jaren en zeven vette jaren hebt, maar in zekere zin geloof ik wel dat dat klopt. Ik zie dat patroon in ieder geval in mijn leven steeds terugkomen. Dat ik zeven jaar achter elkaar in mijn carrière heel goed ga en in mijn privéleven wat minder en dat het zich dan weer omdraait. Dus, een klein jaar geleden heb ik een nieuwe artiestennaam aangenomen: Donny Ronny.”

Waarin verschilt Donny Ronny van Stefano Keizers?
“Donny Ronny is het tegenovergestelde van Stefano Keizers. Ik wilde nu juist een naam verzinnen die zo ver mogelijk van me af staat, om te laten zien dat ik een artiestennaam heb. Ik begon heel erg het gevoel te krijgen dat mensen te veel gingen geloven dat ik echt Stefano was. Vanaf het moment dat ik dat heb gedaan, ben ik in de media veel minder zichtbaar geworden. Zij wisten niet zo goed hoe ze met die nieuwe artiestennaam moesten omgaan, maar zelf ben ik veel rustiger geworden en ook wel veel gelukkiger. Voor mij staat Donny Ronny ook wel symbool voor zelf de teugels in handen nemen. Ik heb eigenlijk weer de controle teruggegrepen waarin ik weer wat te zeggen heb over wanneer ik mezelf geef aan iedereen of niet. En tegelijkertijd zie ik Donny Ronny ook echt als een volkse jongen. Stefano speelde in het elitaire theater voor het serieuze en rijke publiek. En met Donny Ronny wil ik er voor iedereen zijn. Ik ben nu ook veel meer achter de schermen jonge makers aan het begeleiden, waaronder Joost Klein, die mee gaat doen met het Songfestival. Ik ben wat minder zichtbaar, maar ik ben meer

dan ooit hele vette dingen aan het maken. Alleen doe ik dat momenteel wat meer voor anderen. Ik vind het eigenlijk heel fijn om mezelf een beetje meer weg te cijferen, zodat iemand anders ook weer iets moois kan maken.”

Hoe zagen jouw magere jaren eruit? Kun je me meenemen naar die tijd?
“Ik ben altijd een vreemde eend in de bijt geweest. Ik heb altijd willen optreden, maar wel onder mijn eigen voorwaarden. Ik heb altijd gek en raar theater gemaakt, mensen konden me nooit zozeer plaatsen. En ik wist zelf ook heel erg lang niet wat nou mijn plek op de wereld was. Dus tot mijn 28ste heb ik best veel geworsteld en ook heel lang in extreme armoede geleefd. Ik heb hier mijn hele leven gewoond, nu is het voor mij een hele prettige buurt, maar dit, waar we nu zitten (Van Woustraat, red.) is ook wel een plek waar ik heel erg hongerig en depressief over straat heb gelopen, terwijl ik echt niet meer wist wat ik moest doen met mijn leven. Ik wilde echt volledig gaan voor de dingen waarin ik zelf geloof, alleen had ik geen idee hoe ik dat aan de man moest brengen. En of mensen daar ooit in geïnteresseerd zouden raken.”

Stefano Keizers
Stefano Keizers

Wat heftig! Hoe kijk je daar nu op terug?
“Ik denk dat alle ervaringen in het leven waardevol zijn. En ik ben best wel dankbaar dat ik ook zware periodes heb meegemaakt, want daardoor sta ik nu steviger in mijn schoenen en heb ik een ander meer te vertellen. Maar het is natuurlijk altijd zo dat alle narigheid in het leven opeens weer mooi wordt zodra je het om weet te draaien naar iets goeds. Ik heb denk ik echt het geluk gehad dat zoiets als het Amsterdams Kleinkunst Festival mij durfde te omarmen, ook al was ik nog een hele rauwe en kunstzinnige maker. Tot dat moment kan het ook heel erg voelen als een tunnel waar je nooit meer uit raakt. Dus ik zie het echt als een geluk dat ik dat heb kunnen omdraaien. En dat gun ik iedereen. Alleen weet ik niet of het iedereen ook overkomt.”

 

Wat is je doel om met Donny Ronny te bereiken?
“Ik denk dat Donny Ronny nog een hele wereld te overwinnen heeft. Het lijkt me prachtig als het me uiteindelijk ook met Donny Ronny lukt om weer door de media omarmd te worden. En tegelijkertijd is het juist de verrassing van het leven dat je nog niet weet wat gaat komen. Ik hoop dat Donny Ronny me weer op plekken brengt waarvan ik nu nog niet eens kan verzinnen dat ze bestaan.”

En wat kunnen we qua theater van je verwachten?
“Ik kreeg aan het einde van mijn theaterreeks als Stefano Keizers heel erg de behoefte om iets nieuws van mezelf te laten zien. Om een nieuwe impuls te geven en het publiek te laten zien dat ik weer een frisse wind door mezelf heb laten waaien. De voorstelling ‘Bossen’ die ik nu speel, speel ik elke avond met vijf andere artiesten. Dus iedereen die ik in de afgelopen zeven jaar als Stefano heb leren kennen op televisie en in het theater heb ik betrokken bij deze voorstelling. Elke avond verzin ik een nieuw idee om met mijn vijf gasten uit te voeren. Het is een soort kindertheater voor en door volwassenen. Ik vind het echt te gek om te doen, het geeft me ontzettend veel energie. Ik zie zowel grote namen als Tineke Schouten en Irene Moors – die er ook helemaal van opleven – als jonge talenten die ik hiermee een podium kan geven. Momenteel kom ik met ontzettend veel energie thuis uit het theater, want ik heb elke avond weer iets nieuws en spannends beleefd. In plaats van dat ik op de automatische piloot elke keer hetzelfde riedeltje sta te verkondigen met een vaste voorstelling.”

Ken jij schaamte?
“Iedereen heeft schaamte, maar ik probeer het bij mezelf zoveel mogelijk niet te zien. En dat onderdeel van mezelf vind ik heel mooi om aan het publiek te tonen. Ik denk dat we dat allemaal kunnen trainen. Ik ben van nature een onhandig mens en best wel een buitenbeentje. Ik heb zoveel meegemaakt in mijn leven dat ik op een gegeven moment dacht: waarom zou ik me daar nu nog voor schamen? Dit is gewoon wie ik ben. En ik merk ook dat ik heel veel energie kan putten uit het besef dat we in Nederland allemaal best wel bang zijn om voor lul te staan. Als ik dat gevoel uitzet, dan is opeens de hele wereld van mij. Want als je die angst kwijt bent, dan kan en durf je eigenlijk alles. Natuurlijk wil ik zelf ook nog wel af en toe als enigszins normaal gezien worden. En ik wil natuurlijk ook niet dat mensen alleen maar denken dat ik compleet idioot ben, maar ik denk wel dat het leven een stuk leuker wordt als je niet zo bang bent voor wat er allemaal mis kan gaan. Ik wil graag zoveel mogelijk leven, in plaats van mezelf tegenhouden in dingen omdat ik ze niet durf, of het misschien mis kan gaan, of een ander me uit kan lachen. Dat vind ik geen goed argument om iets niet te doen.”

Je bent geboren en getogen in Amsterdam- Zuid, en hebt nooit in een ander stadsdeel gewoond. Waarom heeft Zuid jouw hart gestolen?
“Ik kan het ‘t best vergelijken met Lord of the Rings. Dat verhaal begint in een soort Teletubbieland waar de zon altijd schijnt, waar alles prachtig en rustig is en vanaf die serene plek gaan dan al die fantasiewezens de gevaarlijke wereld in. En voor mij is Amsterdam-Zuid zo’n plek. Ik zie het echt als het paradijs op aarde. Dit is een soort dorp waar voor mij altijd de rust te vinden is. Juist omdat ik in mijn leven altijd op avontuur ga en het onzekere probeer op te zoeken, vind ik het heel erg belangrijk om een plek te hebben die ik al mijn hele leven ken. Wat er ook in mijn leven gebeurt: hier is iedereen altijd met de kleine dingetjes bezig en gaat het dagelijks leven gewoon door. Bovendien is dit de plek waar ik het minst word lastiggevallen door mensen. Ik durf te wedden dat als ik hier met Beyoncé over straat zou lopen, dat nog steeds niemand ons aan zou spreken, want hier laat iedereen elkaar gewoon met rust. Het is ook een ongelooflijk rustige buurt, dat ken ik eigenlijk nergens anders ter wereld. Een paar straten verder, en je staat opeens midden in het centrum van de grootste stad van Nederland. Dat is wat mij betreft een luxe die ik op al mijn reizen nergens heb kunnen vinden. Ik kan nog steeds geen plek verzinnen waar ik liever zou willen zijn.”

 

 

 

 

Stefano Keizers<br />
Stefano Keizers

Wat vind je van de veranderingen door de jaren heen?
“Ik ben in mijn leven denk ik geen kilometer verhuisd. Ik heb altijd dicht bij de Diamantbuurt gewoond, dus ik kom hier al mijn hele leven. Ik zie het over de hele wereld wel gebeuren dat buurten die vroeger heel gezellig waren, door de toeristen worden ontdekt en daardoor opeens een stuk minder leuk worden. Toen ik studeerde, dat is nu bijna twintig jaar geleden, was De Pijp juist nog een hele ruige plek waar je tot laat in de Mazzeltof zat. Het was de buurt van de Amsterdammers en nu heb ik het gevoel dat De Pijp een buurt is geworden voor alle toeristen en studenten van buiten de stad. Waar we nu zitten – bij Fa. Pekelhaaring – is echt een beetje het grensgebied. Doe je een paar stappen die kant op, dan kom je in de drukte van De Pijp en doe je een paar stappen de andere kant op, dan kom je in de rustige Diamantbuurt. Ik voel die grens elk jaar wel een beetje verschuiven. In de Van Woustraat liepen vroeger echt veel gekken rond. Heel rauw, heel veel winkels waar nooit iemand binnenkwam. En je ziet steeds meer hippe tenten komen, koffiebarretjes, yogaplekken, van alles en nog wat. Ik durf wel te vermoeden dat over een paar jaar ook dit stukje Diamantbuurt is opgeslokt. Dan wordt het wel steeds moeilijker om zo dicht bij het centrum nog een oase van rust te vinden.”